De homeopathie kent veel middelen om uw lichaam te ondersteunen in het herstellen van verwondingen (trauma’s) en ook de gevolgen ervan.
De meest bekende middelen in dit opzicht zijn Arnica, Calendula, Bellis perennis, Symphytum, Ruta graveolens, Hypericum, Hepar sulfuris etc.
De eerste drie zijn planten uit de familie van de composieten (tegenwoordig astereaceae genoemd) en in de praktijk blijken planten uit deze familie heel goed te werken bij trauma’s, zelfs psychisch en ook als het trauma al lang in het verleden ligt.
Maar er zijn ook minder bekende middelen, die onverwachts hulp kunnen bieden (zie voorbeeld twee en drie).
Voorbeeld één uit de praktijk
Een man van 35 jaar komt op consult. Hij heeft last van een tenniselleboog. Hij heeft ter plekke een beurs gevoel en vindt aanraken erg vervelend. Hiernaast is hij iemand, die regelmatig brokken maakt , waarbij hij snel blauwe plekken krijgt, Al deze kenmerken wijzen op het geneesmiddel Arnica.
Na een maand komt hij terug. Zijn tenniselleboog is helaas nog niet weg, maar wel is er iets heel bijzonders gebeurd. Hij had mij niet verteld dat hij vanaf kinds af aan, regelmatig ernstige migraine klachten had.
Deze hebben even heel extreem opgespeeld. Hij kreeg daarbij het gevoel alsof er iets in zijn hoofd brak. Maar daarna heeft hij de hoofdpijnklachten, die al meer dan 30 jaar bestaan, niet meer gehad.
En wat bleek. Toen hij zijn moeder vroeg, of hij vroeger wel eens erg op zijn hoofd was gevallen, vertelde ze hem, dat hij als baby van de commode was gevallen en op een vervelende manier op zijn hoofd was gevallen.
Uitleg: Dit verschijnsel dat oude klachten (tijdelijk) terugkomen voordat ze definitief weggaan zien we vaker in de homeopathie.
In dit geval was het zelfs zo dat het oude trauma niet eens meer bekend was bij de patiënt, maar wel zijn leven lang gevolgen had gehad. Gelukkig dat zijn huidige klacht het middel Arnica (valkruid!), openbaarde, wat in staat is was hem van deze ernstige klacht af te helpen.
Voorbeeld twee uit de praktijk (zie ook drie)
Ondanks reguliere behandeling schrijdt een infectie aan de stomp, die van zijn onderbeen overbleef nadat hij in Bosnië op een mijn is gestapt, voort.
Als commandant van een groep commando’s is hij op een mijn gestapt. Ondanks zijn eigen toestand regelde hij nog alles, bijvoorbeeld waar zijn manschappen op moesten letten om hem zonder gevaar voor zichzelf uit het mijnenveld te halen en ook hoe ze hem moesten verbinden. “Ik had nog controle over de situatie”.
Tot dat moment had hij zijn werk alleen maar leuk en spannend gevonden, ook een gijzeling, die hij had meegemaakt. Als commandant van zijn groep was hij één van de jongens, het liefst met hen in het veld, maar wel vanuit zijn verantwoordelijkheid. Hiërarchie kan hij in het algemeen slecht tegen.
Volgens zijn vrouw is hij nu niet meer de oude, hij moet alles vragen, ligt te commanderen, maar eigenlijk zou hij het liefst alles zelf willen doen. “Lastig, je moet alles vragen”.
In het algemeen is hij eigenlijk nooit ziek. Naar zijn zeggen heeft hij vaak wonden, omdat hij niet zo voorzichtig met zijn lichaam is. Maar hij genas eigenlijk altijd goed.
In het begin van de klachten had hij erge fantoompijnen, maar dat is sinds 6 weken beter.
Ook in zijn studie zocht hij al de uitdaging, in tegenstelling tot anderen, koos hij het liefst voor de moeilijkste boeken. Tijdens zijn studie werkte hij altijd, het liefst tussen mensen die moeten werken voor hun brood en echte rauwdouwers zijn. Je moet alles ervaren hebben. Een vrije val, een echte kick, zou hij ook graag weer willen doen.
Voorbeeld drie uit de praktijk.
Samen met zijn vriendin krijgt een rechercheur een sullig ongeluk. Hun auto blijft na uitstappen door een misverstand lopen en ze raakten beiden bekneld tussen auto en portier.
Hij blijft ondertussen rustig, regelde dat de brandweer hen komt bevrijden, maar probeert ondertussen los te komen, omdat duidelijk is dat zijn vriendin er erger aan toe is.
Hij blijkt later alleen wat schaafwonden te hebben, die op zijn kuiten zijn verergerd, doordat hij had geprobeerd los te komen. Echter 4 dagen later is de schaafwond op zijn scheenbeen (14x 8 cm) gaan infecteren.
Een scala aan behandelingen volgt, diverse antibiotica, meerdere keren wondtoilet. Helaas schrijdt het proces door. Op moment van bezoek zijn we drie en een half maand verder.
Nu is hij een enorm sterke en indrukwekkend grote vent en zo is ook zijn wond. Een vuist zou er gemakkelijk in kunnen.
Wat is er over hem te vertellen? Hij is technisch rechercheur en mag alles zelfstandig draaien. Wil niet de leiding hebben, maar wil zelf het veld in. Echter in het veld heeft hij al snel de leiding en gaat hij geen enkele verantwoordelijkheid uit de weg.
Voor zijn werk komt hij met de meest gore dingen in aanraking. Verspreid liggende ledematen in de smurrie zoeken e.d. Hij werkt hard, maar is tegelijkertijd rustig en relaxed. Een rots in de branding. Geneest normaal gesproken als een raket.
Hij heeft nooit wat. Is een grote stoere, sterke man.
Eén ding is nog opvallend volgens zijn vriendin. Hij is altijd loeiwarm.
Uitleg bij twee en drie: Beide mannen kregen Tungstenium (Wolfraam M), waardoor hun ernstige, telkens erger wordende wonden zeer snel genazen.
Wolfraam past bij mensen, die geen enkele uitdaging uit de weg gaan en zeer goed bestand zijn tegen stress.
Bijzonder is dat het lichtgevende draadje in onze vroegere gloeilampen gemaakt zijn uit Wolfraam. Kortom het element kan ook hoge spanningen en temperaturen aan.
Voor een uitgebreide uitleg zie “Een brug van homeopathische naar reguliere Geneeskunde“.