Over vaccinaties zijn mijns inziens een paar algemene punten vermeldenswaardig.
Waarom vaccineren we?
Vaccineren doen we om doelgericht tegen bepaalde ziektes weerstand op te bouwen, zodat we later niet ziek worden bij een besmetting.
Veelal wordt gebruikt gemaakt van verzwakte vormen van de normale ziekteverwekkers, zodat we bij vaccinaties minder risico lopen om ernstig ziek te worden en toch weerstand opbouwen.
Een uiteindelijke consequentie kan zelfs zijn dat ziektes verdwijnen. Zo is een ziekte als pokken verdwenen.
Andere ziekteverwekkers zijn handiger en passen zich dusdanig aan, dat een vaccinatie niet meer tegen ze beschermt en dan moet er weer naar een nieuw vaccin gezocht worden. Een voorbeeld hiervan zijn de griepvaccinaties, die ieder jaar weer aangepast moeten worden.
Lastig dit laatste, maar het doel heiligt de middelen en dat is toch het uitroeien van die nare ziektes?
Maar wie of wat willen we eigenlijk uitroeien? Het antwoord is natuurlijk de ziekteverwekkers waar we last van hebben.
Dit zijn met name allerlei bacteriën en virussen en in mindere mate bepaalde parasieten, wormen etc.
Maar zijn deze ziekteverwekkers alleen schadelijk te noemen? Hierover komt uit onverwachte hoek informatie, die tot nadenken stemt.
Nog niet zo lang zijn we in staat om ons erfelijk materiaal (het DNA) in kaart te brengen.
Eén van de verassende uitkomsten van dit onderzoek is het volgende: er blijken relatief weinig verschillen te zijn tussen het erfelijk materiaal van:
a) mensen onderling (99,9 % is identiek)
b) tussen mensen en primaten (chimpansee’s, gorilla’s etc), namelijk 99 % is identiek
c) zelfs blijkt ons genetisch materiaal in sterke mate identiek te zijn aan die van bacteriën en virussen (er wordt in dit opzicht wel beweerd dat ongeveer 95 % identiek is).
Maar het gaat nog verder. Het is namelijk heel aannemelijk dat onze evolutie voor een deel berust op het ons eigen maken van DNA materiaal uit bacteriën en virussen. En door dit ons eigen maken zijn de eerdere ziekteverwekkers niet meer gevaarlijk voor ons en dragen ze zelfs bij tot onze verdere ontwikkeling.
Terug naar de vaccinaties. Helaas worden deze niet altijd goed verdragen. En met name wanneer we zelf op het moment van vaccineren niet goed in ons vel steken.
Gelukkig wordt dit ondertussen op de consultatiebureaus meestal ook onderkend en wordt bij zieke kinderen de vaccinatie uitgesteld. Desondanks zijn er kinderen, die toch ziek worden na een vaccinatie.
Voorbeeld uit de praktijk
Al jaren komt Taco bij me voor telkens terugkerende problemen. De eerste keer dat hij een ernstige vorm van bronchitis had was hij 5 maanden oud. Mogelijk is er een relatie met de vaccinaties. De vader wilde graag dat hij ze vroeg kreeg.
De eerst keer hadden ze geen reactie gemerkt, maar daarna werd hij wel iedere keer wat ziek. Omdat alles niet erg duidelijk is, richt de behandeling zich eerst op de klachten. Maar ondanks homeopathische middelen blijven de klachten terugkomen.
Het wordt op den duur zo erg, dat hij regelmatig doodziek in het ziekenhuis belandt, waar blijkt dat zijn eigen afweer het helemaal aflaat. Hij krijgt dan antibiotica, die hem er tijdelijk bovenop helpen, maar iedere keer valt hij weer terug en geleideijk aan staan de artsen in het ziekenhuis met de rug tegen de muur.
Ik besluit volgens de schema’s van Tinus Smits de vaccinaties alsnog te gaan ontstoren. Her gaat iets vooruit, maar niet afdoende.
Gelukkig wordt er wel een patroon bij Taco zichtbaar. Hij kan erg koppig zijn, zweet veel, met name zweetvoetjes, krijgt een chronische oorontsteking, heeft veel last van het tanden krijgen.
Ik herken hierin het middel Silicea, wat ook past bij de gevolgen van vaccinaties. Taco knapt eindelijk in korte tijd zeer goed op. Zijn klachten verdwijnen volledig en het ziekenhuis heeft hij niet meer van binnen hoeven zien.
Kortom we zien hier dat de zogenaamde ontstorings-methode aan de ene kant in dit geval niet voldoende helpt, maar aan de andere kant wel heeft geholpen om het onderliggende probleem duidelijk te maken.
Meer over vaccinaties kunt u lezen op de website van mijn collega Tinus Smits (1946- 2010).